Computationeel denken
Wat is computationeel denken en wanneer gebruiken we het in de les -LO
Het computationeel denken komt al voor bij het opbouwen van de oefening. De leerlingen moeten gebruik maken van een algoritme om een oefening goed uit te voeren. Denk maar aan een les zwemmen, de leerlingen kunnen niet onmiddellijk schoolslag als ze in het water gaan. Om een goede schoolslag te leren moet je beginnen met de basis onder de knie te hebben. Eerst de arm bewegingen en beenbewegingen apart vooraleer we deze gaan samenvoegen. De leerlingen maken ook gebruiken van abstractie. Zo moeten ze bij een les schoolslag goed nadenken welke bewegingen overbodig kunnen zijn, bijvoorbeeld als leerlingen schoolslag zwemmen gaan ze niet te hard bewegen met hun romp want dit zou hun kunnen afremmen. Ook is het logisch dat niet elke oefening van het begin goed gaat. Dus maak je in een les- Lo vaak gebruik van decompositie, zo ga je bevoordeeld eerst handstand oefenen tegen en muur vooraleer je dit op een lange mat probeert. Hoe leerlingen handstand aanleren kan dan ook weer gebruikt worden om kopstand aan te leren. De leerlingen maken hier weer gebruik van patroonherkenning.
Dus leerlingen moeten tijdens een les L0 veel computationeel denken. Vaak gebeurd dit zonder dat ze het zelf door hebben.


